Coole, spannende vragen stellen

‘We moeten ons nadrukkelijker profileren met de maatschappelijke impact die we maken en faciliteer in het onderzoek hierin. Die twee statements maakte Jan Fransoo, hoogleraar Operations and Logistics Management en adviseur RIVM tijdens een interview voor Tilburg University. Dionne Stax en Wim van de Donk interviewden hem in het kader van het Strategisch Plan van de universiteit. In 2027 bestaat Tilburg University 100 jaar. Opgericht in 1927 als Roomsch Katholieke Handelshogeschool zijn ze nu, bijna 100 jaar later, uitgegroeid tot een bloeiende middelgrote universiteit met de ambitie om in 2027 ook internationaal erkend te zijn als een toonaangevende universiteit op de mens- en maatschappijwetenschappen. Weaving Minds & Characters beschrijft de strategie van Tilburg University en wat er volgens hen nodig is om deze universiteit voor te bereiden op een volgende eeuw. Voor de totstandkoming hiervan voerde de universiteit verkennende gesprekken met studenten, medewerkers, alumni en stakeholders.  

De universiteit zou goed moeten nadenken met welk onderzoek ze zich kan onderscheiden, volgens Jan Fransoo. “Waarmee leveren we waarde of een bijdrage aan het denken over de maatschappij? Concreet; Een van de redenen van mij om voor Tilburg te kiezen is door wat hier gebeurt op het gebied van logistiek gekoppeld aan maatschappelijke impact. Het zero hunger lab bijvoorbeeld waarmee we via slimme logistieke oplossingen de honger uit de wereld willen helpen. Dit laat zien dat we onderzoek kunnen doen van wereldklasse die echt impact kan hebben. Die impact in Tilburg zit erg vanuit dit soort waarden, hierin zie ik een onderscheid t.o.v. andere universiteiten zelfs in West-Europa. Ik heb een achtergrond in technologie en geloof erg dat het ons ver kan brengen. Maar dit kan alleen impact hebben als het aansluit bij het gedrag en de waarden van mensen. Daarin denk ik dat we ons als Tilburg veel nadrukkelijker kunnen profileren.” 

Spannende, coole vragen 

Jan vindt dat dit kan worden gestimuleerd door het intrigeren van onderzoekers middels de vraagstelling, dus aan spannende, coole vragen werken. “Hierin kun je als Tilburg University faciliteren waarbij open ontmoetingsplekken van belang zijn evenals data beschikbaar stellen op een makkelijke manier. En integratie in het onderwijs. Op veel plekken maken studenten sneller stappen dan wetenschappers. Studenten maken snel en verstandige keuzes als je de ruimte geeft dat te doen. Je kunt in bachelor programma’s ruimte creëren om aan andere faculteiten vakken te volgen.” 

Multiplier 

Ook hoogleraren hebben een rol in het zichtbaar maken van de universiteit, vindt Jan. Evenals de manier waarop de universiteit zich op social media bevindt. “In de sm wordt veel informatie verzonden die zelf bedacht is, zenden. Terwijl je moet verbinden, conversaties aangaan, bijv. met studenten. Het lijkt erop dat het sm beleid een persberichtenbeleid is en dat is niet meer van deze tijd.” Wim van de Donk: “Daar heb je een goed punt te pakken. We zitten in een fase dat we dit moeten leren. En leren verbinden met de praktijk van onderwijs en onderzoek. We staan hierin aan het begin van een nieuwe ontwikkeling.” Jan vervolgt: “Er gebeurt veel in de maatschappij waarbij we kunnen aansluiten. Kijk naar Tranzo, het instituut op het gebied van zorg. Zij zijn op heel veel plekken echt verbonden. Men onderkent dat ook in de zorgsector, maar breder is dat nauwelijks zichtbaar. Ik denk dat het verbinden, het laten zien wat je doet en het betrekken van studenten hierbij nog veel kan opleveren. We sturen 4000 à 5000 mensen per jaar de maatschappij in, een betere multiplier op je communicatie kun je je niet voorstellen.” 

De beste mensen 

Jan besluit: “In Tilburg moeten we de beste mensen aantrekken, promovendi, goede jonge wetenschappers die als docent beginnen. Uiteindelijk gaat het alleen om goede mensen. De rest komt vanzelf. Daarvoor moeten we zorgen dat wetenschappers niet worden lastig gevallen met randzaken. Bureaucratie bijvoorbeeld. Als je zorgt voor professionals die hun werk goed kunnen doen, worden studenten goed afgeleverd. Als we daar beginnen zijn we al een heel eind.”  

BEKIJK INTERVIEW 

Meer interviews