Vito en Pieter-Jan maken het in Tilburg

“Wij krijgen hier alle vrijheid om te ondernemen. In zo’n groot ziekenhuis is dat best bijzonder.”

Ondernemen is pionieren. Met de poten in de klei. Het is winst pakken en verlies nemen. Keihard op je smoel gaan en net zo hard je successen vieren. Ook in Tilburg zitten én stappen talloze ondernemers dagelijks in die verslavende rollercoaster. Make it in Tilburg gaat in deze reeks met hen in gesprek zodat ze jou kunnen inspireren met hun levenslessen en fuckups.

Dat hier gepionierd en geëxperimenteerd wordt, spreekt voor zich. Elk lijf en iedere aandoening is namelijk nét weer anders. Maar dat in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) ook innovaties op het vlak van 3D-printen plaatsvinden, is voor veel mensen nog onbekend. Althans, buiten het werkveld. Want professionals in dit vakgebied kennen het 3D-lab van het ETZ inmiddels als een belangrijke speler in Nederland, zeker in een niet-academisch ziekenhuis. 3D-specialist Vito van Dal: “Hier in het 3D-lab kunnen we het volledige operatieplan klaarleggen voor de chirurg. Daardoor gaat de operatie sneller en is de ingreep minder belastend voor de patiënt.”

Les #1 Zet de deur open 

Een operatiekamer in het ETZ, op een normale dinsdagochtend. Een kaakchirurg plaatst een dun malletje tussen de onder- en boventanden van zijn patiënt op de snijtafel. Dankzij die mal weet hij precies waar het net losgemaakte kaakbot vastgezet moet worden. En voilà: de overbeet waar deze patiënt zoveel last van had, is verholpen. Passen en meten is niet meer nodig, de mal neemt dat werk uit handen. Een mal die Vito en collega 3D-specialist van het 3D-lab Pieter-Jan Scheerlinck nauwkeurig maakten, op basis van scans én een 3D-geprint gebitsmodel. 

Steeds meer specialisten en specialismen weten de deur van het 3D-lab te vinden. Oké, het lab is niet nieuw – een aantal jaar runden drie enthousiaste chirurgen het in hun ‘vrije tijd’ – maar met de komst van Vito (werkt ook in het 3D-lab bij Erasmus MC) en Pieter-Jan (pionierde hiervoor al met een 3D-printer in het Jeroen Bosch Ziekenhuis) een jaar geleden kreeg het lab een flinke vlucht. Vito, lachend: “Dan klopt hier een specialist aan, die weer van iemand anders gehoord heeft dat hij bij ons moet zijn. Een groter compliment kun je natuurlijk niet krijgen.” Hoe kregen ze dat, in zo’n korte tijd, voor elkaar? De deur staat hier altijd open, klinkt het. Als de artsen of andere collega’s ons nodig hebben, dan zijn we er. Zo regelden Pieter-Jan en Vito dat artsen met één klik op de knop in het elektronisch patiëntdossier een aanvraag bij het 3D-lab in kunnen dienen. Pieter-Jan: “Wij krijgen hier alle vrijheid om te ondernemen. In zo’n groot ziekenhuis, waar heel strikte regels gelden en veel mensen werken, is dat best bijzonder.”

Les #2 Zorg voor gelijkwaardigheid

Het maken van gebitsmodellen en mallen op basis van scans is nog redelijk rechttoe, rechtaan voor het 3D-lab, vertellen de heren. Waar zit het experimenteren ‘m voor hen in? Nou, licht Pieter-Jan toe, dat begint dus altijd met een vraagstuk van een arts. Zoals de specialist die laatst aan zijn bureau stond met een vraag over neustussenschotten. Hij behandelde op dat moment een aantal mensen dat, tja, aardig wat drugs had gebruikt, waardoor het septum flink was aangetast. Of Vito en Pieter-Jan daar een oplossing voor wisten? Pieter-Jan: “Dan gaan we aan de slag. Iets wat in de neus komt moet perfect passen, dat komt heel nauw.” 

Veel van de aanvragen die Vito en Pieter-Jan op hun bord krijgen, zeker de complexere gevallen, onderzoeken ze sámen met de aanvragend specialist. Vito: “De artsen weten heel goed wat ze willen, maar niet hoe ze het moeten maken. Daarvoor hebben we elkaar nodig.” In het geval van de neustussenschotten nam de arts samen met Pieter-Jan plaats achter de computer. “Hier een beetje bij of af, en zo maken we uiteindelijk een perfect model.” Het is belangrijk, weten de twee, dat er een gelijkwaardige relatie is. Pieter-Jan: “Als artsen hier binnenkomen, praten we op hetzelfde niveau. De vraag is dan vaak: ‘Goh, kun je eens meekijken hoe we dit het beste aanpakken? Dat zorgt ervoor dat we zo goed mogelijk putten uit twee werelden: de medische en de technische.”

Les #3 Soms balen is goed voor de mens (en de onderneming)

‘Is die knie al bijna af?’ Het zweet breekt Pieter-Jan bijna wéér uit als hij vertelt over die keer dat een arts deze vraag stelde. Hun lab was toen nog niet zo goed georganiseerd als nu – met een professionele workflow en bijbehorend dashboard – aanvragen kwamen nog binnen via mail, WhatsApp en in de wandelgangen. Dan kan er soms iets aan je aandacht ontsnappen. Zoals een 3D-print van een knie, die de arts nodig heeft als voorbereiding op zijn operatie. Willen we groeien, bedachten ze, dan moet dat anders. Eérst professionaliseren, en daarna door. 

Nu de basis van het 3D-lab goed geregeld is, ligt de focus verder. Er komt meer zichtbaarheid in het ziekenhuis, doordat het 3D-lab de ruimte van een voormalig winkeltje in de centrale gang van locatie ETZ  Elisabeth in gebruik neemt. De druk werkende printers zijn dan voor iedereen zichtbaar: voor collega’s en bezoekers. Ook breidt het 3D-lab uit naar meerdere specialismen, denk bijvoorbeeld aan orthopedie – er is nieuwe software in aantocht die dit mogelijk maakt. Groei die er, het is cliché, maar toch, misschien nooit zou zijn geweest, zonder dat er soms dingen fout gingen. Vito: “Dat met die knie, daar baalden we flink van. En dat is ook goed. Het geeft aan dat je iets om je werk geeft. En het zorgt weer voor nieuwe energie om het nóg beter te doen.” 

Les #4 Leg de lat hoog

Wie van de artsen je ook spreekt over het 3D-lab, iedereen zegt: doen. Het ETZ – ook traumacentrum voor Noord-Brabant – richt de blik graag op de toekomst. Geen academisch ziekenhuis, maar wél veel ruimte voor wetenschappelijk onderzoek. En dus voor een 3D-lab, dat veel vrijheid krijgt om te pionieren. Vito: “Dat het lab door drie chirurgen in hun spaarzame vrije tijd is opgezet, zegt volgens mij al genoeg. Iedereen is super betrokken, ziet de kansen van het lab in. Dat heb je nodig om zoiets te laten slagen.” Ook de Tilburgse gezelligheid, de informele sfeer onderling, werkt positief op de groei van het lab en op de samenwerking met collega’s binnen het ziekenhuis en partners daarbuiten. Pieter-Jan: “Je spreekt elkaar aan met de voornaam, je loopt zo even bij elkaar binnen. Dat werkt gewoon prettig.” 

Op dit moment komt het soms nog voor dat het ETZ voor bepaalde operaties het 3D-lab van Radboudumc inschakelt voor hulp. Iets wat – als het aan Vito en Pieter-Jan ligt – binnen afzienbare tijd niet meer nodig is. Pieter-Jan: “Dan zijn wij, naast traumacentrum voor Noord-Brabant, ook 3D-lab voor dit deel van het land. Met alle kennis en kunde in huis om artsen zo goed mogelijk te ondersteunen.”

Het 3D-lab is niet het enige voorbeeld van ondernemen en innoveren in het ETZ. Wat dacht je van het voorbereiden van operaties door met een HoloLens 3D-beelden op het lichaam van de patiënt te projecteren? Of een operatierobot die artsen ondersteunt bij gynaecologische, chirurgische en urologische ingrepen? Daarnaast test het ziekenhuis op dit moment de slimme pleister – meet continu lichaamsfuncties als hartslag, ademhalingsfrequentie en temperatuur – op de verpleegafdeling Neurochirurgie. En beademde IC-patiënten kunnen via een beeldscherm met oogbesturing communiceren. Ook bijzonder: vaatchirurgen die met behulp van 3D-beelden uit de cloud opereren, waardoor de ingreep heel nauwkeurig op een beeldscherm gevolgd kan worden.

MEER ONDERNEMERSVERHALEN