Circulaire verbouwing van de nieuwe stadswinkel Tilburg

Het gebouw aan het Koningsplein in Tilburg waar voorheen de bibliotheek zat en waar ook een groot deel van de ambtenaren van de gemeente werkten, wordt circulair gerenoveerd. Het maakt straks plaats voor een duurzame Stadswinkel.

De gemeente renoveerde meer gebouwen op een circulaire manier. O.a. sporthal de Roomley in Udenhout. Bij de renovatie van de Stadswinkel kwam de eis voor een circulaire aanpak nadrukkelijk vanuit de gemeenteraad en het college. Beweegredenen waren: zo min mogelijk afval creëren bij de renovatie en zoveel mogelijk materialen hergebruiken. Maar ook een gebouw neerzetten dat weinig tot geen schadelijke stoffen uitstoot, geen gas gebruikt en dat zoveel mogelijk energieneutraal is. Zaken die de gemeente belangrijk vindt. In het gebouw gaan ambtenaren van de gemeente werken. Op de begane grond komt de nieuwe Stadswinkel. Het moet een gebouw worden dat warme uitstraalt en waar inwoners zich welkom voelen.

Definitie

Circulair bouwen staat voor het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bij circulair bouwen, bouw je op een manier die economisch verantwoord is en die bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. Voor nu en later.

Vijf stappen

Voor de circulaire renovatie van de Stadswinkel is een plan gemaakt, dat uitgaat van vijf strategieën of stappen:

- Het beschikbare benutten
Dat betekent in dit geval: geen sloop maar renovatie van het gebouw. Ook is een uitgebreide inventarisatie gemaakt van alle materialen en elementen, om die zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Spullen die niet bruikbaar zijn, worden gebruikt in andere gebouwen van de gemeente. Of ze komen terecht op een soort Marktplaats voor aannemers of inwoners van de gemeente Tilburg.

-  Materialen moeten hernieuwbaar zijn
De materialen die bij de renovatie gebruikt worden, zijn voor het overgrote deel biobased. Dat betekent dat ze gemaakt zijn van grondstoffen die je opnieuw kunt gebruiken of dat ze helemaal bestaan uit biologische materialen. Een voorbeeld daarvan zijn de houten panelen die nu tegen de gevel zitten bij de Stadswinkel. Het is natuurlijk materiaal, ze zijn toekomstbestendig en ze zijn makkelijk opnieuw te gebruiken. Ze kunnen van het gebouw gehaald worden en eventueel opnieuw gebruikt worden op een ander gebouw. In de nieuwe Stadswinkel zitten ook geen koperen leidingen meer, maar duurzame kunststof leidingen met een langere levenscyclus.

- Minimale nadelige effecten voor het milieu
Uit de cijfers van de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) en circulariteitsprestatie gebouw (CPG) blijkt dat de renovatie van de Stadswinkel zorgt voor een vermindering van 60% van de nadelige effecten op het energie- en materiaalgebruik. En 65% minder uitstoot van klimaatgassen. De GPR is een digitaal instrument om de duurzaamheid van een gebouw te onderzoeken. Dat gebeurt door middel van rapportcijfers voor de thema's energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.

- Een langelevensduur van het gebouw
De GPR meet thema’s zoals gezondheid, gebruikskwaliteit, energiegebruik en toekomstwaarden. Als gebruikers een gebouw fijn vinden en ze het kunnen koesteren, zullen ze het graag willen behouden.   Vergeleken met het oude gebouw aan het Koningsplein, scoren alle thema’s in het nieuwe gebouw een stuk hoger. Zo gaat de gebruikskwaliteit bijvoorbeeld van een 6,5 naar een 9,5. En de toekomstwaarde van een 6,2 naar een 8,1. De algemene CPG score op circulariteit is een 8,7.

- Toekomstige cycli
Bij een circulaire renovatie wordt al bij het ontwerp gekeken wat er gebeurt bij een toekomstige sloop. Er wordt vastgelegd hoe die sloop moet gebeuren En er komt een gebouw- en materialenpaspoort. Een digitale databank waarin bijvoorbeeld vermeld staat hoeveel procent hout en metaal er in het nieuwe gebouw aan het Koningsplein zit. Zo kom je bij toekomstige sloopwerkzaamheden niet voor verrassingen te staan.

Materialen uit het oude gebouw hergebruiken

Om te kijken wat voor materialen opnieuw gebruikt konden worden, is een ronde gemaakt. Daarbij is een inventarisatie gemaakt van wat er opnieuw gebruikt kon worden. Dat gaat dan om kleine dingen, bijvoorbeeld de deurdrangers, de trapleuningen. Maar ook om grotere zaken, zoals de liften en de glazen overkapping van het dak. Die laatste blijft intact. Ook het ‘oude’ noodaggregaat krijgt een plekje in het nieuwe gebouw. Spullen die de gemeente in andere gebouwen heeft gebruikt, zijn o.a. de ventilatieroosters, routers en brandslanghaspels. Voor Marktplaats waren o.a. de lamellen, tapijttegels en verwarmingsketels.

Belangrijke ontwikkeling

De gemeente vindt circulair bouwen een belangrijke ontwikkeling . De nieuwe Stadswinkel wordt een gebouw dat weinig nadelige invloeden heeft op het milieu en bij de verbouwing wordt zo min mogelijk afval geproduceerd. Tilburg heeft uitgesproken om in 2045 100% circulair te zijn, met 2030 als tussenstation: 50% circulair. Deze ambitie heeft grote invloed op de eigen processen, zoals de bouw van de nieuwe stadwinkel, maar ook op de aanwezige bedrijvigheid en maakindustrie. Op regionale schaal wordt momenteel door Midpoint Brabant gewerkt aan een circulair economieprogramma. Onder de naam Up New komen er diverse circulaire innovatie-, leer- en maakcentra in Tilburg en omgeving, waaronder voor textiel (in het Drögepand), leder, bouw, food, onderwijs en recycling. Ook is er sinds kort een online portal met informatie en inspiratie voor circulair ondernemen. Startups en mkb-ondernemingen die stappen willen nemen in het circulair maken van hun producten kunnen ondersteuning krijgen van Midpoint Brabant.

Meer informatie over duurzaam en circulair ondernemen lees je hier.

 

Meer nieuws uit Tilburg