Winny maakt het in Tilburg

“Alle kinderen verdienen een kansrijke start op de arbeidsmarkt en in de wereld. Waar je wieg staat mag niet bepalend zijn voor de kansen die je krijgt.”

Ondernemen is pionieren. Met de poten in de klei. Het is winst pakken en verlies nemen. Keihard op je smoel gaan en net zo hard je successen vieren. Ook in Tilburg zitten én stappen talloze ondernemers dagelijks in die verslavende rollercoaster. Make it in Tilburg gaat in deze reeks met hen in gesprek zodat ze jou kunnen inspireren met hun levenslessen en fuckups.

Een goede start op de arbeidsmarkt wordt niet iedereen in de schoot geworpen. Daarom geeft JINC kinderen die dat kunnen gebruiken, een extra zetje in de rug. Via het JINC-programma maken ze kennis met allerlei beroepen, ontdekken ze welk werk bij hun talenten past en leren ze solliciteren. Sinds drie jaar is er ook een vestiging in Tilburg, waarvan Winny van Rijswijk vestigingsmanager is. Als ze vertelt over hoe ze bij JINC terechtkwam, krijgt ze nog steeds kippenvel. Als bewijslast schuift ze lachend haar linker onderarm naar voren. “Voorheen had ik commerciële functies, zat ik in de sales. En dat vond ik superleuk. Maar ik wilde me ook graag voor de maatschappij inzetten. Dus toen die vacature bij JINC voorbij kwam, schoten de haren op mijn armen recht overeind. Dít is het!”

Iets doen waar de wereld een stukje fijner van wordt, oké, maar dan wel bij een organisatie die bijdraagt aan haar eigen stad én die lekker ondernemend, resultaatgericht en dynamisch is. Net zoals zijzelf, en net zoals ze gewend was in de rest van haar carrière. “Dat is bij JINC zéker het geval. Het is een landelijke organisatie, dus de basis was al in orde toen ik begon. Maar in Tilburg hebben we drie jaar terug alles opgezet: het bouwen van een netwerk met bedrijven en scholen in de stad en regio voorop.” Let wel: we spreken hier met Winny, maar het liefst had ze het interview met het hele team gedaan. Ook de partners van JINC en de scholen vervullen een onmisbare rol in het bereiken van de ambities. “Samen stellen we alles in het werk om Tilburgse kinderen een kansrijke start te geven op de arbeidsmarkt en in de wereld. Waar je wieg staat mag niet bepalend zijn voor de kansen die je krijgt.”

LES #1 ALS JE NIET WEET WAT ER TE KOOP IS, KUN JE OOK NIET KIEZEN

En dat is hard nodig. Want, laten we meteen maar met de deur in huis vallen: kansenongelijkheid vormt een groot probleem. Ook, of misschien wel juist, in een welvarend land als Nederland zijn de verschillen groot. In Tilburg groeit één op de negen kinderen op in een omgeving met een sociaal-economische achterstand. “En dat is ontzettend jammer, want ieder kind heeft talent. Maar niet ieder kind heeft een rugzakje gevuld met ervaringen die hem of haar verder helpen in het leven. We zeggen weleens: als je niet weet wat er te koop is op de arbeidsmarkt, kun je ook niet kiezen. Die ervaringen bieden we met JINC.”

Als voorbeeld wijst Winny trots naar de vele krantenartikelen aan de muur van hun kantoor. Daar prijkt een verhaal over de dertienjarige Jayden, die een dag JINC Baas van Morgen mocht zijn bij krokettenfabrikant Van Geloven. Al pratend volgen de mooie voorbeelden elkaar rap op. Wat dacht je van een Bliksemstage van acht basisschoolleerlingen bij Freshheads, die met codes twee robots lieten dansen op hun favoriete songs. Of van de Sollicitatietrainingen in de klas door specialisten van topbedrijven als Interpolis, De Wever en Libéma. “De Bliksemstages geven een kijkje achter de schermen bij onze partners, de Sollicitatietrainingen - bedoeld voor leerlingen uit de bovenbouw van het vmbo - gaan over het leren van vaardigheden”, legt Winny uit. “Maar het belangrijkste is misschien nog wel het gevoel: hé, ik ben welkom bij dit bedrijf, of: hij of zij is directeur of manager én wil mij graag helpen. Dat geeft een flinke boost aan het zelfvertrouwen. Een boost die ze hopelijk lang met zich mee blijven dragen.”

LES #2 EEN + EEN = DRIE

We spoelen even terug naar drie jaar geleden: de begindagen van JINC in Tilburg. Samen met senior projectmedewerker Leonore Vonk hield Winny toen nog kantoor in Gebouw 88. Inmiddels zijn ze verhuisd naar de Boomstraat en is het team vier man sterk. Maar in die begindagen zaten ze daar, in de Spoorzone, met z'n tweeën te bellen. “Wij wonen beiden in Tilburg, dus ons netwerk ligt hier”, vertelt Winny terwijl ze naar Leonore kijkt. “In die tijd was het echt van: wie kennen we zelf bij scholen, wie kennen we bij bedrijven en hoe kunnen we hen inzetten om ons netwerk uit te breiden? We moesten toen vanaf nul beginnen.”

Inmiddels is dat wel anders. Winny, met een glimlach: “Veel van onze partners zijn ware JINC-ambassadeurs geworden, introduceren ons met liefde in hun netwerk.” Dat ondernemers zo graag meedoen, komt deels door hun maatschappelijke inborst, maar dat is het niet alleen. “Zo’n Bliksemstage is leerzaam voor de leerlingen, en het levert de partners ook iets op. Denk maar aan de arbeidskrapte, die de komende jaren steeds groter wordt. Ondernemers komen via JINC in contact met talenten van de toekomst. Kinderen die anders misschien niet zo snel bij hen terecht waren gekomen.” Eigenlijk, vertelt ze, zorgen de projecten die JINC initieert ervoor dat ieders horizon breder wordt. Die van de kinderen én die van de ondernemers. “Het klinkt cliché, maar een plus een is drie. Dat is echt zo. Als je ervoor zorgt dat het verhaal klopt en de waarde voor iedereen aanwezig is, dan wordt zo’n samenwerking sowieso een succes. Zo'n verhaal verspreidt zich dan vanzelf.”

LES #3 BELOOF WAT JE DOET EN DOE WAT JE BELOOFT

Wat ook bijdraagt aan het succes van JINC, denkt Winny, is dat het team alles bijzonder strak organiseert. Van het plannen en opvolgen van afspraken met nieuwe partners tot en met het ondersteunen en adviseren van scholen en bedrijven bij Bliksemstages en Sollicitatietrainingen. “Dan horen we bijvoorbeeld van een school dat ze graag willen meedoen, maar wél pas volgend schooljaar. Bij de start van dat jaar hangen we dan ook meteen aan de lijn. Voor ons is dat heel normaal: dat hebben we toch beloofd? Maar de mensen met wie we werken staan vaak van onze doortastendheid te kijken. In positieve zin.”

Het ontvangen van stuiterende basisschoolleerlingen of het geven van een training op school aan een groep vmbo-leerlingen is voor veel deelnemende bedrijven spannend. Zeker een eerste keer. Lesgeven is niet voor niets een vak. Winny: “Na afloop is daar vaak niets meer van te merken. Dan krijgen we juist te horen dat het zo leuk en inspirerend was.” Wat helpt is dat Winny’s team ondernemers goed voorbereidt op wat komen gaat. “Ons motto is: beloof wat je doet en doe wat je belooft. Dat geldt voor alles wat we doen. Zo weet iedereen precies wat ze van ons kunnen verwachten, wat te gebeuren staat en met welke tips en handigheidjes ze er een mooie ervaring van kunnen maken. De belangrijkste input komt van bedrijven en scholen. Wat wij doen is ondersteunen. We verwachten iets van de ander, maar we zorgen ook dat we zelf alles op alles zetten om het te laten slagen.”

LES #4 STA STIL BIJ JE SUCCESSEN

Liefst 2400 Tilburgse leerlingen bereikt JINC Tilburg komend schooljaar. En de groei stopt daar zeker niet, aldus Winny. De ambities reiken verder, naar nog meer leerlingen in de volgende jaren, nog meer verschillende projecten en naar nog meer en nog stevigere relaties met scholen en bedrijven. Ook droomt Winny hardop over een samenwerking in de regio Hart van Brabant en van uitbreiding naar het mbo - in Tilburg zijn onderwijsinstellingen genoeg. Kortom: de lat ligt hoog. Verleden en heden stemmen optimistisch. “De urgentie van wat we doen wordt door de stad gevoeld. In de afgelopen jaren is er nog geen één ondernemer of school geweest die tegen ons zei: nee, we doen niet mee. Natuurlijk, soms was het antwoord: nu even niet, kom later nog eens terug, maar altijd, altijd stond de deur voor ons al op een kier. Dat is ook wel iets echt Tilburgs, denk ik. De mentaliteit is hier al snel: schouders eronder, dit is iets wat we samen aan willen pakken.”

Waren er momenten waarop Winny dacht: hoe gaan we dit in godsnaam doen? “Ja, natuurlijk wel. Zeker in het begin waren we vooral keihard aan het knallen: het kon altijd net weer beter. En toen kwam corona er ook nog eens overheen”, blikt ze terug. “Inmiddels lukt het ons om vaker stil testaan bij successen. Een fijn gesprek met een bedrijf dat lang op onze lijst staat kan bijvoorbeeld al voor zo’n feestelijk moment zorgen.” Dan, na een korte stilte, terwijl ze naar de muur met krantenartikelen naast zich wijst: “En kijk eens naar deze mooie verhalen en foto’s met lachende gezichten hier. Als dát je niet motiveert, dan weet ik het ook niet meer.”

Meer Social City