Tilburg University & CZ

Tilburg is een stad van Samenmakers. Maar wat levert samenwerken buiten de bedrijfsmuren nu precies op? Om dit tot op de bodem uit te zoeken, leggen we deze vraag regelmatig voor aan koplopers die hun superkrachten hebben gebundeld. Zoals Jan Boone en Rutger Soffers.

Het persbericht dat twee Tilburgse grootmachten begin 2021 samen de wereld instuurden, sprak direct tot de verbeelding: Tilburg University en CZ bundelen expertise in Kennisinstituut Zorgstelsel stond er in de kop te lezen. Deze nieuwe academische werkplaats is erop gericht om de werking van het zorgstelsel in Nederland te verbeteren. Een stelsel dat vanwege de coronapandemie in een van de meest stormachtige fases van de afgelopen 50 jaar zit. Prima timing dus. Inmiddels is het Kennisinstituut iets meer dan een half jaar ‘onderweg’. Tijd voor een goed gesprek met mede-initiatiefnemers prof. dr. Jan Boone en dr. in de dop Rutger Soffers.

Twee weten meer dan één

Voordat we de diepte ingaan, volgen er eerst nog wat aanvullende, introducerende woorden. Rugnummers bij de namen, zogezegd. Jan Boone is hoogleraar aan de economische faculteit van Tilburg University en is gespecialiseerd in marktwerking en competitie in de zorg. Rutger Soffers heeft twee petten op; hij is namelijk project- en beleidsmedewerker bij zorgverzekeraar CZ èn promovendus bij Jan met een onderzoek naar het functioneren van het Nederlandse zorgstelsel. We kunnen dus met recht zeggen dat we tijdens dit gesprek over de zorg, in goed gezelschap zijn.

Jan en Rutger kennen elkaar al een tijdje. Maar achter deze samenwerking zit vanzelfsprekend veel meer dan dat. Rutger: “CZ wilde graag actief aan de slag met het onderzoeken van het Nederlandse zorgstelsel. Als een van de spelers binnen dit stelsel moeten we kritisch zijn. Kijken naar hoe het beter of anders kan. En naar hoe wij onze rol beter kunnen vervullen. We hebben hierbij altijd de doelen van het zorgstelsel voor ogen: toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorg. Als we die drie aspecten willen verbeteren, is het slim om dat op een gedegen manier te doen. Vandaar dat we in het Kennisinstituut nu wetenschap en praktijk bij elkaar brengen.”

“Wij zitten als wetenschap natuurlijk in onze spreekwoordelijke ivoren toren”, vult Jan aan. “We hebben weliswaar theorieën over hoe het zorgstelsel werkt, maar het ontbreekt vaak aan praktijkkennis. Daarom is het mooi om samen te werken met CZ. Dankzij hun kennis en data krijgt ons onderzoek een nieuwe dimensie. Het is een interessante wisselwerking waar wij academisch en zij bedrijfsmatig veel aan hebben.”

Goed kan altijd beter

Onderzoek naar het verbeteren van ons zorgstelsel dus. Helder. Maar is het er dan zo slecht mee gesteld? Jan is resoluut: “Geen zorgen. Het Nederlandse zorgstelsel functioneert behoorlijk goed. En dan hebben we de coronacrisis nog niet eens achter de rug. De pandemie heeft laten zien dat het zeker geen perfect systeem is. Maar grosso modo heeft het ook in crisistijd behoorlijk goed gewerkt. Er is meer IC-capaciteit gecreëerd. Er zijn samenwerkingen tot stand gekomen. En dat allemaal binnen het bestaande stelsel.” 

De noodzaak van het Kennisinstituut zit hem volgens Rutger vooral in het stellen van de juiste vragen: “Het systeem werkt. Maar we moeten het blijven bevragen. Binnen deze samenwerking doen we dat onder andere met afstudeerders van Tilburg University, die hun scriptieonderzoek bij CZ doen. De resultaten en bevindingen van deze onderzoeken zijn soms abstract en niet direct toepasbaar. Dat is ook niet onze ambitie. We weten dat we het systeem niet eigenhandig kunnen veranderen. Onze bevindingen delen we daarom met bijvoorbeeld het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Centraal Planbureau. Zo komen onze verbeterpunten voor de spelregels van het zorgsysteem op de radar van mensen die er wél iets aan kunnen veranderen.”

“Op dit moment kijkt een scriptiestudent - de derde onder de vleugels van het Kennisinstituut - naar de coronasteun voor Nederlandse ziekenhuizen”, vertelt Jan. “Nederland heeft een bepaalde manier gekozen om deze steun uit te delen, en daar kun je allerlei vragen bij stellen. Hoe bepaal je hoeveel geld je geeft? Hóe geef je het geld? Wat blijft er over als economische prikkel voor de ziekenhuizen? Hoe moeten we dit in de toekomst mogelijk anders doen?” De antwoorden op die vragen vormen geen kant en klare oplossingen, zegt Rutger: “De voor- en nadelen van verschillende aanpakken worden in kaart gebracht, zodat beleidsmakers daar iets mee kunnen.”

Zorg is meer dan economie (toch?)

Vanuit Tilburg University participeert vooralsnog alleen de economische faculteit in het Kennisinstituut Zorgstelsel. En dat terwijl zorg meer is dan alleen pegels… Jan geeft tekst en uitleg: “Natuurlijk heeft ons onderzoeksgebied talloze raakvlakken met psychologie, sociologie en data science. Toch ben ik van mening dat je een samenwerking zoals de onze beter klein kunt beginnen. Als je meteen een universiteitsbrede coalitie optuigt, bestaat de kans dat je het overzicht verliest. Ik sluit zéker niet uit dat we in de toekomst uitbreiden naar andere faculteiten, maar de economische invalshoek is voor nu ons startpunt.”

“De thema’s waar Jan en ik warm voor lopen zijn nu eenmaal economisch van aard”, valt Rutger hem bij. “Neem een promovendus die momenteel onderzoek doet naar transparante ziekenhuistarieven. Eén van de vragen gaat over het bereik van het publiceren van deze tarieven (CZ deed dit in 2016 voor het eerst, red.). Wij zijn naar ons websitebezoek gaan kijken en ontdekten een opvallende piek in 2016! Interessant om hiervan te leren èn een mooi voorbeeld van een samenwerking waarin onze data het wetenschappelijk onderzoek verrijken.”

Op het fietsje door Tilburg

Of ze dit Kennisinstituut ook met de Erasmus Universiteit in Rotterdam hadden kunnen opzetten? “Vast en zeker”, lacht Jan, “maar we hebben ze er in ieder geval niet over opgebeld! Natuurlijk kenden Rutger en ik elkaar al, dat helpt. En de fysieke nabijheid hier in Tilburg is fijn. Je pakt de fiets of de bus en gaat gewoon even bij elkaar langs.”

Rutger herkent dat nabije en gemoedelijke wel: “Of deze samenwerking ergens anders niet mogelijk was geweest? Dat durf ik niet te zeggen. Tilburg University en CZ hebben in ieder geval veel raakvlakken. Geografisch, maar vooral ook inhoudelijk. Op de inhoud zijn we een hele mooie match omdat onze onderzoeksmethodes en -thema’s in elkaars verlengde liggen. En we hebben allebei de wens om samen te werken, dat scheelt ook.”

Op de inhoud zijn we een hele mooie match.

Rutger Soffers

Koffiedik kijken

Van de toekomst hebben beide onderzoekers grote verwachtingen. Zo hoopt Jan dat er over vijf jaar meerdere studies succesvol zijn afgerond: “Scripties, proefschriften, artikelen. En eventueel uitbreidingen naar andere faculteiten. Ja, als dat lukt dan is het vrij succesvol geweest.” Wat de onderwerpen van deze studies zijn, durft Jan niet te voorspellen. “Corona hadden we ons een paar jaar geleden ook niet voor kunnen stellen. En nu doen we er onderzoek naar. Dus wie weet wat er allemaal nog op ons pad komt.”

“Ik sluit me bij Jan aan”, zegt Rutger. “Ik hoop dat we binnen vijf jaar een maatschappelijk relevante bijdrage hebben kunnen leveren aan de verbetering van het zorgstelsel. En dat we daar als CZ en Tilburg University een rol in kunnen blijven spelen.”

MEER SLIMME CROSS-OVERS?