Gastblog Judith Ensel
Maandelijks geven we de pen aan een inwoner van de stad. Hoe ziet hij of zij kunst en cultuur? Wat betekent dit voor hem of haar? En, als er een keuze kan worden gemaakt, waar neemt hij/zij de lezer dan mee naartoe. Dit keer kreeg Judith Ensel de pen. Ze werkt al meer dan 10 jaar bij Art-fact, een cultuurfonds, platform en intermediair voor kunst in de vrije tijd. "We zijn er voor de amateurkunst in verenigingsverband, maar ook binnen informele groepen. We richten ons op meer kunst in de wijk, onder de noemer buurtcultuur en daarnaast hebben ween programma jongerencultuur en jonge makers."
Feitelijk zijn wij allemaal cultuurmakers. Alles wat we doen en alles om ons heen is cultuur. De manier waarop we praten, hoe we ons kleden, waar we naar kijken, luisteren, ons huis inrichten. Zonder dat zouden we een soort zombies zijn. Soms lees ik dat kunst en cultuur gezien wordt als een kers op de taart is. Dat bestrijd ik, want ik zie het juist als de taart met soms een paar prachtige kersen. Mijn werk gaat vooral over die taart. Wij willen zoveel mogelijk Tilburgers dichter bij de kunst brengen en de kunst dichter bij Tilburgers en het liefst door hen zelf actief deel te laten nemen.
Zo was ik deze week bij een masterclass van opera sopraan Francis Broekhuizen met de winnares van de Young Classical Talent Award, Anne Broers in Theaters Tilburg. Art-fact had financieel bijgedragen aan dit project. Het was heerlijk om weer eens iets live bij te wonen, maar daarnaast was het ook weer zo’n bijzonder moment om te mogen meemaken. Ik ben geen opera liefhebber, maar ik houd enorm van zang.
Het bijwonen van de masterclass was voor mij weer eens een hele andere ervaring met zang. Het was zo boeiend om dé professional, in dit geval Francis Broekhuizen, aan het werk te zien en tegelijkertijd te genieten van de zangkwaliteiten van zowel Francis als Anne. Ik zat op het puntje van mijn stoel:‘gaat het Anne lukken om met de tips van Francis meer vibrato in haar stem te krijgen’ en ‘durft zij zich meer bloot te geven om de juiste betekenis van het lied over te brengen’. Ik bemerkte bij mijzelf, dat ik de mondbewegingen meedeed…, ja zelfs bijna voor ging doen. Echt heel leuk om mee te maken, niet alleen voor mij als publiek, maar vooral natuurlijk voor Anne Broers, die zelf verbaasd was hoe veel makkelijker ze ging zingen met de adviezen van Francis.
Dit zijn ook de momenten waarop ik weer weet waar we het voor doen en hier haal ik ook enorm veel werkplezier en inspiratie uit. Daarom mis ik het bezoeken van voorstellingen, concerten en exposities des te meer, terwijl we het misschien wel harder nodig hebben.
Ik zie dat steeds meer makers zich in hun werk, laten inspireren door maatschappelijke thema’s, zoals milieu en duurzaamheid, maar ook onderwerpen als eenzaamheid en armoede. Daarnaast is Corona een belangrijk item geworden voor veel kunstenaars. Op zijn daar een paar voorbeelden van te vinden. Op 25 februari 2021 komt er een korte docu uit van een jonge maker, Jedrek Nadobnik. Hij heeft drie andere jonge kunstenaars gevolgd met de vraag hoe zij de afgelopen maanden zijn om gegaan met de crisis in relatie tot hun werk. De première zal plaatsvinden in Cinecitta.
Een thema wat mij persoonlijk al langer bezighoudt, is hoe we mensen die ‘de weg zijn kwijt geraakt’ met kunstparticipatie een nieuw perspectief op hun leven kunnen geven. Door met kunst aan de slag te gaan, spreek je een ander deel van je hersens aan, wat letterlijk ook ruimte biedt aan andere perspectieven. Je moet dan vooral denken aan bewegingen binnen de Outsider Art. Er zijn wel wat initiatieven die ik een beetje volg, zoals Living Museum Tilburg. Mooi dat er nu ook zo’n plek in Tilburg is.
Een andere uitdaging is de zoektocht om meer kinderen in aanraking te brengen met kunst. In dit kader zijn we met bureau CiST en Factorium Podiumkunsten een pilot gestart met cultuurcoaches, die samen met de scholen gaan zorgen voor meer kunst en cultuur in de directe leefomgeving van de kinderen. Alles wat we doen op dit terrein is winst. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen veerkrachtiger burgers worden als ze al jong hun creatieve competenties kunnen ontwikkelen. Ik ben zelf opgegroeid in de 70-er jaren in Amsterdam en had het geluk dat aan het einde van onze straat een creativiteitscentrum was gevestigd, op een boot in de Amstel, nota bene achter Theater Carré. Op de lagere school bezochten wij het theater en diverse musea. De verwondering die ik voelde als kind, toen ik oog in oog stond met het schilderij ‘Le violoniste’ van Marc Chagall, dat hing in het stedelijk museum, staat mij nog steeds bij. Dat ik, met wat ik voelde en zag kon ontwikkelen dicht bij huis, heeft mij op verschillende manieren verderop in mijn leven geholpen.
Soms maken wij als volwassenen bepaalde zaken onnodig complex en verliezen we ons in plannen en programma’s en vergeten we het gewoon te gaan realiseren. Dat is ook de reden waarom ik zo blij met het feit dat er nog zoveel amateurkunst verenigingen zijn in Tilburg. Gewoon een groepje liefhebbers die rond hun passie een vereniging oprichten en gaan zingen, toneel spelen of muziek maken. Jammer genoeg is dit wel een vorm die steeds meer uitdooft, omdat verenigingen verouderen, er steeds minder mensen zijn te porren voor bestuursfuncties en veel jongeren een andere weg zoeken. Kortom, bij Art-fact kunnen we niet achterover leunen en zullen we steeds weer nieuwe manieren moeten zoeken om kunst in de vrije tijd te blijven stimuleren.