Gastblog Noortje van Venrooij
Maandelijks geven we de pen aan een inwoner van de stad. Hoe ziet hij of zij kunst en cultuur? Wat betekent dit voor hem of haar. En, als er een keuze kan worden gemaakt, waar neemt hij/zij de lezer dan mee naartoe Dit keer kreeg Noortje van Venrooij de pen. Ze is het gezicht achter Discodip, het vrolijke label ‘met de oogjes’ en mede-bedenker van De Jaozeetie, het rondreizende rariteitenkabinet. Noortje is van huis uit industrieel ontwerper, maar vooral bezig om de wereld om haar heen net een beetje mooier te maken. Vanuit haar studio in hartje Tilburg ontwerpt ze, maakt ze in opdracht en werkt ze aan haar eigen collectie die onder meer bestaat uit kussens en kaarten.
Begin juni kreeg ik de vraag een gastblog te schrijven. Normaal gesproken zou ik daar in deze periode van het jaar helemaal geen tijd voor hebben, want dit is voor mij altijd een drukke tijd. Maar dat liep even anders. Het was maart toen ik helemaal klaar was voor het eerste grote project van 2020: het produceren van een vrolijke wonderkamer op Paaspop. Ook stonden er al andere toffe concepten op verschillende festivals in de planning. Maar ineens viel alles waar ik zo hard voor had gewerkt en naar toe leefde weg door COVID-19. Heel Nederland en ook onze stad Tilburg viel helemaal stil en alles wat ook maar met kunst, cultuur en gezelligheid te maken had, was er even niet. En dat was juist hetgeen me altijd zo gelukkig maakte.
Wat moest ik wennen! Want: wanneer had ik voor het laatst zo’n rustige periode gekend? Ik had ineens zeeën van tijd over, maar tot mijn eigen verbazing ging ik al gauw steeds meer genieten van de rust en de stilte. Ik maakte voor het eerst in drie jaar mijn tuin weer eens zomerklaar en deed wat kleine klusjes in huis, maar genoot vooral van het niets doen. De zon scheen en ik las een goed boek. Dagelijks maakte ik een flinke wandeling. Wat genoot ik van de kleine dingen om me heen. Ik bekeek weer eens een prachtige zonsondergang in de Loonse en Drunense Duinen. Ik wandelde in Moerenburg en genoot van de kikkerconcerten. Ik zag salamanders bij de vennen in Oisterwijk. Maar de mooiste dingen zag ik in het centrum van de stad waar ik zo van hou.
Mensen in Tilburg mauwen altijd zo heerlijk over hoe lelijk de stad is. Maar in de afgelopen maanden zag ik zoveel moois, en dat waren juist de dingen waar ik de afgelopen jaren snel voorbij fietste omdat ik weer eens haast had. Ik nam de tijd voor om er eens goed naar te kijken. Van de prachtige metalen “bol” in het Stadspark tot het Zomerpark, het kleinste parkje van onze stad, helemaal in bloei. Van de gele poort in het Regenboogpark tot het meisje met de schommel op het Transvaalplein. Juist die alledaagse dingen waar ik zo vaak voorbij fiets of wandel, prikkelden mijn nieuwsgierigheid en ik zocht informatie op en maakte er foto’s van. Normaal gesproken ging ik voor inspiratie naar Rotterdam of Amsterdam, naar allerlei musea en tentoonstellingen. Maar ik vond nu de inspiratie weer op straat. Gewoon omdat ik de tijd had, en mijn hoofd zoveel leger was.
Gelukkig is Linda Koster een vriendin uit duizenden. In plaats van onze musea bezoeken, lunches in een restaurant en biertjes in de kroeg, verzonnen we andere toffe uitjes. We aten sushi bij het prachtige Huize Moerenburg en genoten van het mooie panoramisch uitzicht. Op een dag appten we elkaar dat we ons geliefde museum De Pont zo misten, dus pakten we de fiets en dronken thee met worstenbroodjes onder De Sky Mirror van Anish Kapoor, voor de deur van het gesloten museum. En op een vrijdag dat we toch wel erg veel zin hadden in wat drankjes in een kroeg, hielden we een heuse kroegentocht die begon in de Piushaven, daarna dwars door de stad ging en eindigde in de Spoorzone. Voor de deur van al onze lege, donkere lievelingskroegen dronken we één drankje. Dat het een koude lenteavond was en ik met ijskoude voeten thuis kwam was niet erg. Juist zonder veel mensen om ons heen, in de lege straten en voor gesloten cafe’s hadden we fijne gesprekken en proostten we met Schrobbelѐr op het nieuwe stille leven.
Natuurlijk ben ik blij dat inmiddels alles weer langzaamaan opengaat. Het eerste bezoek aan Museum De Pont zit er alweer op, en wat was het heerlijk om bekende werken uit de collectie weer eens te zien. Volgende week ga ik weer eens een kijkje nemen in het Textielmuseum. Maar nu het gewone leven weer steeds meer vorm krijgt, hoop ik vooral dat ik blijf genieten van de kleine dingen op straat. Van een sticker waar ik om moet lachen, van de prachtige gevels van oude panden in het Dwaalgebied tot de felgekleurde bloemen in de parken. Tilburg is heus niet ineens veranderd in een prachtige stad maar het is en blijft een prachtstad.
Uiteraard besef ik, juist in deze tijd, dat ik enorm gezegend ben met het feit ik twee geweldige dochters heb, dat al mijn lieve familie en vrienden gezond zijn en ik genoeg werk heb om van te leven. En ben ik enorm dankbaar voor alles wat de afgelopen maanden me hebben gebracht. Ik zit vol met wilde ideeën voor 2021 en ik ga ze lekker op een rustig tempo uitwerken tot iets moois!