Timm maakt het in Tilburg

Al jaren roert deze Tilburgse rapper zich in de Nederlandse muziekscene. Voor wie hem niet kent, hier een spoedcursus. In het begin van de jaren nul werd Tim verliefd op hiphop. Extince, Tupac en Eminem openden de ogen van deze 16-jarige Tilburger. Op de zolderkamer werden de eerste verses geschreven, munitie gemaakt voor het eerste wapenfeit dat hij in 2010 de wereld in knalde onder de naam Timmietex: ‘Tantu Spange Tatta’. Een culthit die een nieuwe wereld opende voor Tim. Shows, fans, radioplays, meerdere albums, roze wolk. Samen met andere artiesten als Boef en de Gelogeerde Aap zette hij Tilburg op de kaart. 

Nu is het 2022. Timmietex is niet meer, uit zijn as is Timm opgestaan. Opnieuw bouwen, opnieuw je muziek aan de man brengen, onderaan de ladder beginnen. Dit is het verhaal van een comeback. Een bokswedstrijd. Maar wie de tegenstander is, dat weet alleen Tim. 

We ontmoeten Tim in zijn studio aan de Ringbaan-Oost. Een sigaretje op de lip, achteroverleunend in zijn bureaustoel. Laidback houding, hoofd op volle toeren. ‘Ik heb zwaar ADHD, ik gooide er vroeger op school met de pet naar, maar als ik hier zit dan kan ik me helemaal verliezen. Dan zit ik gewoon een paar uur in een beat.’ Als Tim geen lesgeeft op de Herman Brood Academie, vind je hem in deze studio van 5 bij 5 waar hij elke dag werkt aan nieuwe sounds en nieuwe verses. Nieuwe muziek die hij sinds 2018 onder de naam Timm naar buiten brengt. Samen met zijn producer Alan hebben ze een ander geluid aangeboord. ‘Timmietex was meer funky, ik deed een beetje die funny shit. Nu gaat het meer richting alternatieve R&B, mellow trap, Frank Ocean, N*E*R*D, Tyler, the Creator.’ Alle begin is moeilijk, een nieuw begin nog moeilijker en vooral als je al hebt geproefd van de zoete nectar genaamd succes. Verwachtingen en realiteit. Tim: ‘Ik breng dan iets uit en zoiets doet dan niet wat je verwacht. Daar ga ik dan heel slecht op. Aan de andere kant ben ik zo trots op wat ik maak.’

Doorvechten

De lichtvoetigheid bij Tim, die hem op het begin zo makkelijk liet dansen in de ring, is hij ergens onderweg kwijtgeraakt. ‘Vroeger maakte ik muziek uit plezier. Toen deed ik het gewoon en was het zwaar puur. Toen dacht ik er niet bij na. Daarna ga je te veel nadenken.’ De puurheid voor ogen houden is lastig in een systeem waar alles draait om cijfertjes en streams, kwantitatieve kwaliteitsmeting. Welke song is beter? Die met 10.000 of 1.000.000 streams? Volgens Tim is de enige manier om je staande te houden niet opgeven. Telkens weer die ring in. ‘Ik wil goede muziek maken. Maar ik maak me toch te veel zorgen om de streams. Dan moet ik elke keer weer denken: doorgaan, blijven releasen tot iets valt.’

Tweestrijd

Er is een constant gevecht bezig in Tim. Trots versus schaamte. Bescheidenheid versus pronken. Optimisme versus pessimisme. Die tweestrijd maakt hem menselijk, Tilburgs om precies te zijn. ‘Ik ben fokking Tilburgs en ik kan ook niet anders zijn, haha. Maar daardoor ben ik ook te bescheiden. Dat zit erin en dat is mijn valkuil. Ik ben ook een pessimist, wel een vrolijke guy, maar soms echt zuur. Dat is ook echt Tilburgs, wij mauwen graag.’

Die bescheidenheid zit hem in de weg. ‘Ik ben overtuigd van mijn eigen kunnen, maar ik ben te bescheiden om het naar mensen toe te brengen. M'n moeder zei al: Tim ze komen hier niet aan de deur om jouw muziek te luisteren. Ik dacht altijd: ik ben goed, dus dan komt het goed. Maar het gebeurt niet als jij het niet aan de man brengt.’

Nieuw bloed

Naast muzikant ziet Tim steeds meer een rol voor hem weggelegd achter de schermen. Als songwriter voor andere muzikanten, manager en verbinder. ‘Ik ben betrokken bij hiphopprojecten in Tilburg. Ik ga met Ruud Lemmen, programmeur bij 013 en directeur van Woo Hah, samen een album opzetten met Tilburgse artiesten. Het doel is om die Tilburgers buiten Tilburg te krijgen, koppelen aan grotere namen uit de Nederlandse hiphopscene. Vroeger hebben ze mij bij 013 op weg geholpen. En ondertussen ben ik zelf een guy geworden waar mensen naartoe moeten komen.’

De rol van sensei ziet Tim niet voor iedereen weggelegd, maar in sommige artiesten ziet hij iets. Zoals de jonge Tilburgse hiphopartiest Oase. ‘Ik denk dat hij groot gaat worden en daar wil dan bij betrokken zijn. Ik maak met hem muziek, maar ik wil hem ook managen. Dat heb ik eerder gedaan en dat beviel me goed.’ De bescheidenheid en twijfel die Tim bij zijn eigen werk voelt, valt weg als hij met jonge artiesten werkt. ‘Toen ik twintig was, wilde ik met m’n tape naar Amsterdam rijden om het te laten horen. Daar heb ik geen zin meer in. Maar bij zo'n jonge artiest vind ik het wel tof om te doen, hem te pushen.’ 

Nieuw en fris is de way to go. Ook voor hemzelf als muzikant. Onbekende terreinen ontdekken, jezelf blijven uitdagen. ‘Afgelopen twee jaar heb ik mezelf aangeleerd om beats te maken, dan voel ik me net een klein kind. Ik voel me gewoon weer 16 op die zolderkamer. Op die manier houd je het leuk voor jezelf.’

Toekomstmuziek

Waar Tim eindigt als hij durft te dromen en de schroom van zich afwerpt? ‘Dan sta ik binnen een paar jaar op Lowlands. Ben ik succesvol songwriter en misschien producer. Nee, niet misschien. Ik ben dat. Er komt ook nog een nummer 1 aan. En ik ga m'n zakken vullen, haha. Dat klinkt kut. Maar voor mij is dat ook naar m'n omgeving en naar mijn ouders, die zijn natuurlijk al trots, maar om iets terug te doen. Om mijn ouders een auto te kunnen geven.’ En van die droom is Tim zelf ook steeds meer overtuigd. ‘Ik geloof dat het weer goed gaat vallen. Er gaat iets op mijn pad komen. Dat is al een paar keer gebeurd, anders had ik geen docent kunnen zijn op de mooiste school van Nederland en zoveel toffe dingen kunnen doen. Ik ben gezegend met alles wat ik heb.’ Handschoenen aan, de ring in, ronde twee. 

Meer Stad van Makers