KUNST; ONDERSCHEID TUSSEN ORIGINEEL EN VERVALSING

Dit artikel is geschreven door MindLabs

De gemiddelde kringloopwinkel, zolder en rommelmarkt hangt er vol mee; replica's van beroemde schilderijen. Van zonnebloemen van Vincent van Gogh tot het melkmeisje van Johannes Vermeer. Het binnen het Art Recognition project ontwikkelde kunstherkenningsinstrument is in staat de authenticiteit van dergelijke meesterwerken te beoordelen. Het systeem, gebaseerd op AI-technologieën, analyseert hun fotografische reproductie. Professor Eric Postma van Tilburg University houdt zich al meer dan 20 jaar bezig met deze ontwikkeling.

De tool - ontwikkeld in het kader van het EuroStars-project in samenwerking met het Zwitserse bedrijf ArtRecognition - is snel, betrouwbaar en niet gehinderd door menselijke voorkeuren. Bovendien kan het voor veel kunstwerken tegelijk worden gebruikt. Het aanbieden van dit programma binnen de kunstwereld draagt bij aan de integriteit en transparantie van de kunstmarkt. 

Herkenning van gegevens 

Gevraagd naar hoe het systeem precies werkt, legt Postma graag uit aan de hand van schilderijen van Van Gogh. "Als je veel voorbeelden hebt van schilderijen van Van Gogh en ook talloze vervalsingen, kun je een computer trainen met behulp van 'machine learning'. Het systeem neemt alle voorbeelden in zich op en leert de subtiele visuele verschillen tussen het echte werk en de gekopieerde varianten te herkennen." 

Als je de tool gebruikt, gaat er een kleine "herkenningskubus" over het ingescande schilderij, vervolgt hij. "Dat blokje bestudeert als het ware elk stukje van het kunstwerk. De computer haalt daar visuele informatie uit en vertaalt die in getallen. Die getallen gebruikt het algoritme om te bepalen of het een echte Van Gogh is of niet." 

Terug in de tijd 

Het idee voor het gebruik van kunstmatige intelligentie om kunstwerken te analyseren is eigenlijk ontstaan onder de kunst. Tijdens een neo-impressionisme tentoonstelling rond het jaar 2000, met veel werken van Vincent van Gogh om precies te zijn. Postma werkte toen nog aan de Universiteit Maastricht, als hoogleraar Kunstmatige Intelligentie. De hoogleraar was altijd al geïnteresseerd geweest in perceptie en patroonherkenning. "Al in mijn jeugd hield ik me bezig met hoe het kan dat je dingen waarneemt en ziet. Ik wilde weten hoe dat bij mensen werkt en of je dat proces met een computer kunt nabootsen of begrijpen." 

Vanaf dat moment richtte Postma zich op het ontwikkelen van visuele herkennings- en classificatietechnieken voor cultureel erfgoed. Niet veel later begon hij met het ontwikkelen van digitale analysemethoden voor schilderijen, het begin van het kunstanalyseproject. Net nadat de subsidieaanvraag bij NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) de deur uit was, haalde zijn onderzoeksgroep in 2004 al de New York Times. "Het beoordelen van schilderijen door computers in plaats van experts bleek een 'hot topic'," vertelt hij nu.

Het volledige artikel lees je hier!

Meer Spoorzone Tilburg