Interview Emile Aarts

Tilburg University interviewde Emeritus professor en rector magnificus Emile Aarts over de ontwikkelingen van de afgelopen jaren op het gebied van AI en Data Science en wat er de komende tijd nog op ons afkomt: waar gaat het heen in dit snelle en dynamische vakgebied? "We leven in een ongekend boeiende tijd waarin AI en Data Science ons kunnen helpen bij de grote transities waar we voor staan."

De academische carrière van Emile Aarts begon met een opleiding tot wis- en natuurkundige in Nijmegen en Groningen. ‘Hoewel het vakgebied computerwetenschappen formeel nog niet bestond, waren we in de jaren 80 al wel volop bezig met complexe berekeningen via computers. Na mijn studie heb ik bijna dertig jaar gewerkt bij Philips Research, een afdeling die destijds nog het Natlab (natuurkundig laboratorium) heette en ook daar draaide het om computers en de toepassing daarvan. Daar heb ik alle vroege ontwikkelingen op het gebied van AI en Data Science mogen meemaken. Dat was een geweldige tijd! Met meer dan duizend onderzoekers was het eigenlijk een van de grootste private universiteiten van Europa. Het is ongelofelijk wat er allemaal is voortgekomen uit die samenwerking. Ik vind het nog steeds een voorrecht dat ik daar heb mogen werken en ik ben daar heel dankbaar voor.’

Overstap naar de universitaire wereld

‘Later besloot Philips om diverse organisatieonderdelen te verzelfstandigen. Dat was voor mij een mooi moment om verder te kijken. Ik werd decaan Wiskunde en Informatica aan de Technische Universiteit Eindhoven, waarna ik in 2015 rector magnificus werd van Tilburg University. De universiteit had belangrijke doelen voor ogen: een groei van het aantal studenten en een nauwere samenwerking tussen de twee Brabantse universiteiten. Dat is gelukt: daaruit is de Jheronimus Academy of Data Science, kortweg JADS, voortgekomen, waarin we als universiteiten samenwerken met de gemeente ’s-Hertogenbosch en de provincie Noord-Brabant. Het aantal studenten is in mijn tijd ook flink toegenomen tot zo’n 20.000 in 2022. Gedurende mijn rectoraat hebben we ook veel gesproken over de relevantie van Tilburg University en met het Impactprogramma heeft de universiteit daar een enorme impuls aan gegeven.’ In 2019 legde Emile Aarts zijn taken als rector magnificus neer en ging hij zich meer toeleggen op zijn werk als hoogleraar AI en Data Science. ‘Ik ben opnieuw college gaan geven en onderzoek gaan doen, veelal vanuit JADS.  Daarnaast gaf ik inleidende colleges over de geschiedenis van AI binnen de faculteit TSHD.’

Data Science

‘Data Science is als zelfstandige discipline ontstaan in de Verenigde Staten, zo rond 2010. Het vakgebied heeft twee ouders die onderling nog weleens willen strijden om de eer: statistiek en informatica. Data Science bevat inderdaad methoden uit de statistiek, zoals de regressietheorie. Aan de andere kant zijn het juist de informatici die met behulp van computers de grote datasets konden verwerken waarmee Data Science zijn kracht en meerwaarde kan tonen. Door de opkomst van nieuwe technologieën als chatbots, zoekmachines, smartphones en sensoren is de hoeveelheid data de afgelopen jaren enorm toegenomen. Data Science kan hier met de juiste algoritmes en zelflerende systemen (AI) waardevolle informatie uit filteren.’

Rijk aan controverses

‘De rijke historie van AI bevat ook veel controverses. Sterker nog, ik ken geen ander vakgebied dat er zo veel heeft. Tijdens mijn colleges kan het er soms fel aan toegaan tussen studenten onderling en docenten, waarbij ik het bijzonder boeiend vind om hun bevlogenheid te zien en hun argumenten aan te horen. Een voorbeeld van zo’n controverse is de Turingtest, die zou kunnen aantonen of een computer net zo intelligent is als een mens. Ook computers die mensen kunnen evenaren of verslaan in zo’n test, roepen controverse op. Denk aan Garry Kasparov, die het als wereldkampioen schaken in 1997 opnam tegen IBM-supercomputer Deep Blue en verloor. Dat heeft zijn leven behoorlijk op zijn kop gezet en ook vele anderen waren verbijsterd dat een computer kon winnen van een mens met schaken – een spel dat lange tijd werd gezien als het summum van menselijke intelligentie. Het ongemakkelijke gevoel dat de computer Kasparov gaandeweg de match gaf – dat hij weleens zou kunnen gaan verliezen – staat bekend als uncanny valley.’

Steeds intelligenter

‘Inmiddels zijn computers zo ver doorontwikkeld dat ze nog veel complexere spellen kunnen winnen dan schaken, zoals het in Azië populaire Go. En onlangs werd voor het eerst ’s werelds onofficiële beste Stratego-speler verslagen door kunstmatige intelligentie. Een andere recente ontwikkeling is de opkomst van ChatGPT, dat na een training op enorme hoeveelheden tekst zelf antwoorden op vragen kan genereren. Ook op het gebied van het automatisch genereren van beeldmateriaal boeken computers grote vooruitgang: het programma DALL×E is daar een voorbeeld van. Verder is de Moravec’s Paradox inmiddels beslecht. Deze vermeende tegenstelling benadrukte dat computers veel moeite hadden met het interpreteren van vormen en scènes, terwijl jonge kinderen dat met het grootste gemak kunnen. Ook die achterstand heeft de AI dus ingelopen.’

Het einde van de mensheid

‘Mensen maken zich soms zorgen over kunstmatige intelligentie. Ze denken dan dat AI het einde betekent van de mensheid zoals we die kennen. We zouden ondergeschikt worden aan robots en een slaaf worden van onze systemen. Die vrees is overigens niet nieuw. Het woord ‘robot’ komt bijvoorbeeld uit een toneelstuk uit de jaren 30 van de Tsjech Carel Čapek – toen er dus nog geen robots waren. En sindsdien zijn er veel meer intrigerende verhalen en films verschenen waarvan je haren soms recht overeind gaan staan. Robots kunnen tegenwoordig voor veel nuttige taken worden ingezet, maar bepaalde toepassingen blijven controversieel. Als een robot wordt ingezet om bijvoorbeeld ouderen minder eenzaam te maken, kun je je afvragen of het niet gewoon een sociale taak is van een ander mens om bij hen langs te gaan. Elk collegejaar kan ik weer mooie reacties van studenten noteren over dit soort vraagstukken.’

Een onbeantwoorde liefde

‘De huidige generatie studenten, generatie Z, kijkt fris tegen dit onderwerp aan en ik vind het boeiend om met hen van gedachten te wisselen. Ik heb echt een zwak voor hen. Zij noemen zichzelf soms ‘een verloren generatie’, omdat ze door corona en andere mondiale rampen en gebeurtenissen geen onbezorgde jeugd hebben gehad. Ik kan dat wel begrijpen. Soms denk ik dan dat ik als naoorlogse babyboomer nu ook niet jong zou willen zijn. Toch heb ik soms ook moeite met hen. In coronatijd hebben we bijvoorbeeld twee bundels uitgegeven met de titels The new common en Shaping New Commons, met daarin een wetenschappelijke kijk op de maatschappelijke veranderingen door Covid-19. Ik vond het lastig om studenten enthousiast te maken om hier een bijdrage aan te leveren en ook leek het er soms op dat we maar moeilijk konden uitleggen wat het nut van deze exercitie was. Dan lijkt het alsof deze generatie wat moeilijker te mobiliseren is om ergens tijd en moeite in te steken en dat voelt voor mij een beetje als een onbeantwoorde liefde.’

Een digitale en duurzame transitie

Ook de komende jaren zullen we Emile Aarts niet aantreffen achter de geraniums. ‘Integendeel. We leven in een ongekend boeiende tijd, waarin we wereldwijd twee grote omwentelingen zien: een digitale transitie en een duurzaamheidstransitie. Inmiddels worden die twee ook wel samengevoegd tot de digital and green twin transformation. Daarbij gaat het vooral om een herziening van ons economisch denken, waarin we af moeten van het streven naar groei en altijd maar meer en juist moeten inzetten op matiging, duurzaamheid en circulariteit, omdat de voorraad grondstoffen nu eenmaal beperkt is. De digitale ontwikkelingen van de laatste jaren maken deze omslag mogelijk en de overheid speelt daarbij een belangrijke rol om dit voor elkaar te krijgen. Op dit moment kunnen we echter stellen dat zij niet de juiste kennis en vaardigheden in huis heeft. Daarom is het zo belangrijk dat we generatie Z en de studenten die na hen komen daarmee toerusten; vorming in digitale vaardigheden is daarbij een vereiste. We noemen dat vaak GovTech: Government and Technology.’

AI in ons voordeel inzetten

‘Zelf ben ik onlangs voorzitter geworden van de Analytics-Commissie van het ministerie van Financiën, die adviseert over de inzet van algoritmes en AI bij maatschappelijke dienstverlening. Feitelijk zijn wij de digitale technicus van de overheid, die de meerwaarde van AI toont voor onder meer het toeslagenstelstel en de automatisering van de Belastingdienst, de douane en de FIOD. Daarnaast ben ik betrokken bij andere initiatieven om AI in ons voordeel in te zetten op sociaal-maatschappelijk vlak. Bijvoorbeeld bij de Nationale AI-coalitie, waar diverse activiteiten uit voortkomen, zoals de ELSA-labs, die zich richten op de ethische, juridische en maatschappelijke aspecten van de inzet van AI. Die labs zetten we in om de sustainable development goals (SDG’s) van de Verenigde Naties te halen. In Tilburg wordt al een tijd gewerkt binnen het Zero Hunger Lab om met AI de logistiek van voedsel in hulpbehoevende regio’s beter te regelen. Recent is daar het Zero Poverty Lab aan toegevoegd. Daarnaast ben ik nog steeds betrokken bij de doorontwikkeling van MindLabs. Dit is hét centrum voor kunstmatige intelligentie in de Tilburgse Spoorzone waar de toepassing van AI en in het bijzonder van virtual reality in de media en journalistiek de inzet zijn.’

Pionierboom

De komende jaren blijft Emile Aarts zich inzetten om sociaal-maatschappelijke problemen aan te pakken met AI. ‘Ik weet niet of het de leeftijd is, maar ik kijk daarbij wel steeds meer naar de haalbaarheid en de successen op de korte termijn. Wat dat betreft lijk ik wel op de pionierboom die enkele jaren geleden voor mij is geplant achter het Cobbenhagengebouw op de Tilburgse campus: ik houd de groei en het tempo er graag in. De komende jaren zou ik nog meer ELSA-labs willen opzetten, bijvoorbeeld voor het terugdringen van laaggeletterdheid en de inzet van medische hulpmiddelen. Het zou mooi zijn als we straks voor elke SDG één of meerdere ELSA-labs hebben. Daarbij betrekken we uiteraard ook het onderwijs. Mijn droom is dat Tilburg University uitgroeit tot hét centrum voor AI, dat deze en volgende generaties studenten toerust om voorop te kunnen én durven lopen, zodat de universiteit de maatschappij echt vooruithelpt.’

Meer Tilburg University